Toen Het Boschhuis door de bezetter werd overvallen vluchtten mijn grootouders en mijn oom Frans.
Frans dook onder, eerst vond hij een schuilplaats bij familie aan het Naardermeer, later kwam hij op verschillende adressen die donkere laatste oorlogsmaanden door.
Slag om Arnhem
De nieuwe identiteit van mijn grootvader heeft direct te maken met de Slag om Arnhem. Hoe wonderlijk het ook klinkt: hij kon zich verschuilen dankzij de evacuatie in september 1944. Toen honderdvijftigduizend mensen uit Arnhem en de Betuwe gedwongen hun huis moesten verlaten. De mensen van onder de rivieren gingen naar bevrijd gebied. Die uit Arnhem moesten naar het noorden, waar de bezetter nog heer en meester was.
Over die onderbelichte geschiedenis van stad en streek maakte het Airbornemuseum in Oosterbeek een tentoonstelling.
Ten Bruggencate
Enkele honderden mensen bleven met toestemming van de Duitsers achter in Arnhem, maar werden later eveneens geëvacueerd. Mijn grootvader heeft zogenaamd tot die groep behoord. Hij werd op 16 november 1944 ingeschreven in Raalte. Daar ging hij door het leven als de evacué Julius ten Bruggencate, getrouwd met A. Sijsling. Van beroep was hij volgens zijn valse document administrateur en op 12 juli 1884 geboren in het Gelderse Huissen.
Gevaar
Toch liep hij met dat nieuwe en op het oog uitstekende persoonsbewijs een groot risico. Want hoe kwam hij in februari 1944 aan een in Maartensdijk afgegeven persoonsbewijs? Hij woonde volgens het document aan de “Utr weg 297”. Werd daarmee de Utrechtscheweg in De Bilt bedoeld? Dat is nu het adres van het KNMI. Daarna verhuisde hij volgens zijn identiteitsbewijs naar de Graslaan 23 in Arnhem. Met dat in Maartensdijk afgegeven persoonsbewijs liep hij toch behoorlijk wat gevaar. Vermoedelijk behoorde het document tot de papieren die de knokploeg van zijn zoon Pieter buitmaakte. Met wat doorvragen kon die connectie worden gelegd en zou mijn grootvader zijn ontmaskerd als de gezochte Julius ter Beek.
Foto
Mijn grootvader heeft weinig gesleuteld aan zijn handtekening. In zijn kenmerkende verfijnde handschrift tekent hij. Onder zijn signatuur is zijn foto aangebracht. Ik vermoed dat die gemaakt is na de dood van Pieter. Opa is broodmager, heeft kringen onder zijn ogen. Mijn grootouders doken onder in Raalte waar hun dochter Corrie en haar man woonden. De man van Corrie was daar huisarts. Die blik in zijn ogen heeft mijn grootvader altijd gehouden. Blijkt uit de foto die in de jaren zestig door zijn zoon Frans werd genomen. Hij zit dan op het terras van Het Boschhuis. Het is de oude, stille, wat verdrietige man zoals ik me hem herinner.