Het oor dat bloedde als een rund

In het instructielokaal in Zeist, waar we filmen voor een item over de noodzaak van reanimatiecursussen schiet me dat verhaal over het oor te binnen.
Een van onze twee toen achtjarigen viel in de scherpe punt van een metalen tafeltje. Hevig bloedde hij uit zijn oor. Als ouders waren we beiden in paniek en vreesden op zijn minst een hersenletsel.
Nog wel in staat naar de overkant te lopen alarmeerde ik mijn vriendin M. Vanwege haar professie weet ze alles van eerste hulp. Daar stond ze naast ons bed waar inmiddels de volgens ons zwaargewonde lag. “Hoeveel vingers hou ik omhoog?”
De gewonde noemde het juiste aantal. Wij waren niet gerust.
“Hoe heet ik?” Hij noemde haar naam.

“Niks aan de hand” concludeerde ze. “Zo’n oor bloedt altijd als een rund. Er zit een klein scheurtje in de schelp. Gewoon even laten hechten.”
We knuffelden opgelucht ons kind. Onder onze omhelzingen kreeg hij een ingeving die ons deed schateren. “Toen ze vroeg hoe ze heette had ik eigenlijk moeten zeggen `Pietje’, waren jullie nog meer geschrokken.”

De instructrice in Zeist prijst vele jaren later de koelbloedigheid van mijn vriendin. En kan het niet nalaten op te merken dat we toen, na dat incident, op z’n minst een EHBO cursus hadden moeten volgen. Ik geef haar alle gelijk van de wereld.
Daarna mag ik doen wat ik altijd eens heb willen doen en alleen ken van de film. Die handeling waarmee op de borstkas wordt geduwd. Met verbazing zie ik dan altijd hoe van binnen een veer lijkt te zitten. Op en neer, op een neer. “Kan het geen kwaad?” vraag ik, met in het achterhoofd vage verhalen over gebroken ribben. “Als je adem haalt gaat je borst toch ook op en neer?” onderwijst ze kordaat. “Het moet wel een heel broos iemand zijn wil er iets kapot gaan. Maar wat heb je liever? Dood of een paar gebroken ribben?”

Ik neem me voor om, al is het wat laat, nu eindelijk ernst te maken met het volgen van zo’n cursus en neem een folder mee.
Het gebeurt vaker. Zo’n voornemen dat opborrelt bij het werken aan een journaalitem: zelf ook een uilenkast timmeren en in de tuin hangen, nooit meer vlees eten, vaker naar het strand, laaggeletterden helpen, een rondvaart maken door de Rotterdamse haven, fietsen langs de Rijn, op een hele vroege zondagochtend wandelen door de Amsterdamse binnenstad.
Het komt er zelden van.
Maar zo’n reanimatiecursus? Kost, blijkt bij navraag, slechts vier uur.
Het zou er best nog eens van kunnen komen.
IMG_7247