Meisje in tekenlokaal

Foto’s, brieven en documenten bewaren heeft alleen zin als je consequent archiveert.
Niet altijd mijn sterkste kant. Zoek ik naar Boschhuis papieren, kom ik ze tussen de vakantiefoto’s tegen.
Foto’s, ja, ik druk ze soms nog af. Een zeer beperkte selectie. Ouderwets, ik weet het. Maar toch, het is uit angst dat de digitale drager waarop dierbare afbeeldingen staan ooit defect raakt.

Vandaag sorteerde ik weer en vond een koker. Toen ik de inhoud ontrolde kwam de tekening tevoorschijn die ik verloren waande. Een losse schets in krijt. Meisje in een tekenlokaal. Van mijn tekenleraar aan het Wessel Gansfort College in Groningen. Toon Janse, in 1938 geboren in Biggekerke.

Ik strijk de tekening voorzichtig glad en zie dat mijn leraar hem destijds niet signeerde. Hij was het die me er bijna toe bracht te kiezen voor de kunstacademie. Als ik me daar in krijt zie staan, in dat rustige lokaal, weet ik weer waarom. Heerlijk vond ik het om in die geur van verf in volle concentratie bezig te zijn.

De vondst blijft uit de rol. Vanmiddag breng ik hem naar de lijstenmaker om hem alvast te prepareren. Die rare vouwen moeten er uit en het krijt is toe aan fixatie.

Even twijfel ik of ik hem wel kan bellen. Het blijkt geen probleem. Janse klinkt helder en aangenaam verrast. In Groningen en tijdens zijn Zeeuwse vakantie schetst en schildert hij nog altijd. Soms geeft hij spontaan iets weg. Maar, vertelt hij, dan aarzelen mensen. Wat moeten ze met zo’n tekening?

Dat ik mijn tekening bewaarde, graag gesigneerd wil hebben en zal inlijsten, doet hem plezier.
“Ik heb nu een stralenkrans rond mijn hoofd.” zegt hij.
We spreken af dat ik zo snel mogelijk bij hem langs ga.
Een bezoek waar ik me nu al op verheug.