Zwarte Cross

Jan Markvoort is de storm voor geweest. Gelukkig maar. Vandaag raast een kleurencode over het land. De roggeoogst is binnen. Ligt in de schuur, in de kiepkar. Ik mag van Markvoort even kijken en klauter via de dissel naar de rand. Onder mij een zee van gouden korrels.
De omstandigheden waren ideaal, de vochtigheidsgraad precies goed. Dus heeft hij, hoe kan het anders met zo’n lange staat van dienst, de juiste beslissing genomen. Net voor het weer omsloeg de rogge het land af.
Hij werkt nog altijd mee op het land. Heeft dit jaar nog zo’n vijftien bunder bij de deur geploegd en haalt zo’n 150 uur per jaar op de trekker.

Deze vrijdagmiddag gaat hij stro persen. Dus is het pas zondag tijd voor de Zwarte Cross.
De t shirts van twee vorige edities hangen er. “Hard-brok café” Hij zal er zondag zijn in een gezelschap van collega’s, in de tent van For Farmers, de vooraanstaande veevoeder producent. Die zich graag de beste en grootste brokkenmaker van Europa noemt.
Achterhoekers houden tenslotte van woordspelingen. En grappen. Het festivalterrein staat er vol mee: “hebben we dit nu bereikt met 65 miljoen jaar evolutie?”

In zijn dorp Hummelo is de Zwarte Cross geboren. Maar de eenentachtigjarige Markvoort is een laatbloeier. “Dit wordt de derde keer dat ik er naar toe ga. Prachtig. Je ziet zo veel. En je spreekt iedereen.” Aan het einde van de middag “zijn de knollen op”. Dan keert hij, met een kennis, terug naar het dorp. In zijn Zwarte Cross outfit. Vrijetijdsbroek en het meest recente ZC t-shirt.

Op de Zwarte Cross praat hij bij met collega’s. Zoals hij op de jaarlijkse reünie ook zijn mede-studenten terug ziet. Hij bezocht de Rijks Hogere Landbouwschool aan de Prof. H.C. van Hallstraat in Groningen. Zat er op kamers. Op het laatst bij de weduwe van een predikant. “Ben nog nooit zo dik geweest. Iedere middag als ik thuiskwam stond er appeltaart klaar.”
De studenten kwamen uit alle windstreken. Ik noem namen van het Groninger Hogeland. Natuurlijk kent hij ze. Ze gingen uit in Huize Maas. Een heerlijke tijd. Jongens van de Wieringermeer waren er bij. De polder heeft hem nooit getrokken. De Achterhoek blijf je trouw.

We lopen door de tuin van waar je uitkijkt over het coulissenlandschap. De schilderachtige doorkijk waar zijn overleden vrouw zo op gesteld was. Hij moest beloven die in stand te houden. En dat gebeurt uiteraard. Hij wijst: Heb je last van onkruid dan maskeert het hoog opschietende springbalsemien het zo fraai. Die is naast nuttig ook nog mooi. De bramen rijpen. Er vliegt een uil. Of is het toch de roofvogel? De sinds kort eenzame witte hen scharrelt rond. Die moet, herinnert hij zichzelf er aan, hoog nodig gezelschap hebben.

Bij de schuur staat een combine. Een oude Claas, maar vorig jaar nog gebruikt. Aardappels hebben ze, graan, mais en suikerbieten. De bieten gaan naar de fabriek in het Duitse Appeldorn. Dat is handiger en veel efficiënter dan helemaal naar Hoogkerk te rijden.
In een plastic zakje doet hij een handvol rogge, “moet je thuis in een vergeten hoekje zaaien. Komt binnen drie weken op”, en wat aren “staan mooi in een vaasje”.

Zijn hart ligt op het land en in het bos. Hij praat er met hartstocht over. In het bos verwijdert hij Amerikaanse vogelkers en varens. Want dat is een ramp voor de bosbouw.
“Ik ben graag in het bos. Jonge zaailingen verpoten. Snoeien. Dubbele toppen er uit halen. Dat is mooi en zinvol. Want je geeft het bos een toekomst.”

De rogge zaai ik de volgende dag in de armetierige aarde van onze Gooise tuin. Tot mijn verbazing verschijnen na enkele dagen al wat sprietjes. En na een paar dagen zon afgewisseld met felle regenbuien heb ik mijn eigen beginnende roggeveldje. Ik facebook en twitter er over. Mijn achternicht meldt dat Jan nog steeds niet is te bewegen tot computergebruik. Dus dat ze de foto van het mini rogge-perceeltje hoogst persoonlijk naar hem zal brengen. Jan Bloemerts uit Dwingeloo heeft nog een mooie toevoeging als ik uit de grond mijn hart twitter: “je zàg het groeien. Wat hebben jullie toch een mooi vak.” Hij schrijft: “Als boer dicht op de natuur, hè? Wij gebruiken hier rogge als zogenaamde groenbemester, direct gezaaid als de snijmais er af is.”

IMG_8855

IMG_8875

Jan Markvoort

IMG_8859

IMG_8893

IMG_8903