Indiëherdenking

Op het viaduct bij Madurodam tekende zich een file af. Iedereen leek onderweg naar de Indiëherdenking. Ik besloot de auto te parkeren en verder te lopen. Bij de openstaande voordeur van een herenhuis stonden twee dames. Het voelde aardig iets tegen ze te zeggen. Tenslotte moesten zij uren tegen zo’n ongewassen auto aankijken.
“Sorry, ik zet mijn auto voor uw deur. Ik ga het laatste eindje lopen. Hoe ver is het denkt u naar het Indisch Monument?”
“Maar mevrouw, dat is zeker nog een kwartier.”
“Een half uur” dacht de ander.
“En dat op uw schoenen!” zei de eerste, “leent u toch mijn fiets!”

Ik bedankte ze en begon op mijn hakken de wandeling. Zo’n hartelijk begin maakte de tocht licht. Ik twijfelde halverwege en mij werd behulpzaam de weg gewezen. “U gaat net de verkeerde kant op. Loopt u de muziek tegemoet, dan komt u er wel.”
Tussen de bomen door klonk een repeterend korps. Weemoedige vegen herdenkingsmuziek. Nooit heb ik in de stad gewoond, toch vond ik het heel Haags.

Ik liep verder en dacht aan mijn vader. In 1948, Groninger in Den Haag. Met heimwee. Eenmaal terug in het Noorden bleef hij eeuwig verlangen naar een wandeling langs het strand en het geluid van de tram in die bocht op de Laan van Meerdervoort.
Had ik het maar gedaan, dacht ik. Had ik het maar gedaan. Hem in zijn laatste jaren nog één keer meegenomen naar Den Haag.

Cameraman Martin Egter van Wissekerke stond me bij zijn auto op te wachten.
“Straks krijgt u een bon. Kijkt u toch uit! “waarschuwde een Indisch dametje. “Vorig jaar had iedereen een bekeuring. Is nog een hele rel van gekomen. “
Het zou dit keer wel loslopen dachten we. Niemand van het toezicht immers die bezwaar maakte.

We filmden de indrukwekkende plechtigheid. Hadden bijzondere ontmoetingen. Twee lichtten we er uit. De vrouw die gescheiden van haar moeder elf jaar doorbracht in een kamp en een weeshuis. De dochter van de marineman die op zijn negentiende gevangen werd gezet bij Nagasaki.

Sprekers, muziek, een vliegtuig van weleer dat overkwam. De dochter van de marineman volgde de Catalina met tranen in haar ogen. Een toestel uit de tijd van haar vader…
De bijeenkomst was nog niet ten einde of tassen knipten open. Cake met een groen laagje ging rond, koeken, broodjes. Na verdriet is het goed te eten.

Om een schouder zag ik iets hangen dat ik vergeten waande. Geruit en met dat kenmerkende etiketje waarin je je naamkaartje schoof. Het koord maakte een striem op je blote schouder. Gebruikte je hem lang dan sleet de bodem.
Dit exemplaar was puntgaaf.
Ik vroeg de eigenaar waar hij de badtas had gekocht. “Gewoon, het is mijn oude. Van vroeger.” glom hij.

We haalden herinneringen op. Dat je er soms je zwempak te lang in liet zitten. Kwamen er vlekken in die er niet meer uit gingen. Het weer. Je moeder waarschuwde je er voor. Had je bij de badhokjes je spullen niet goed door de wringer gehaald.
Zijn zwembad stond in Rotterdam. Ze waren overal hetzelfde. Net als ik in Groningen leerde hij de schoolslag in zo’n lus aan een hengel. “Vreselijk” gruwde hij. Ik knikte.

Terug bij de auto vonden we geen bonnetje achter de ruitenwisser.
Vanzelfsprekend.
Hoe kon het anders na zo’n dag.

Indiëherdenking

Indiëherdenking

Indiëherdenking