Nu die klassenfoto uit 1941 van het Baarnsch Lyceum zo veel los maakt realiseer ik mij iets.
Die gezichten, ik ben ze vaak langs gegaan. Wat werd er van die jongens en meisjes? Hoe kwamen ze de bezetting uit?
Van mijn moeder weet ik het. Hoe de oorlog haar en haar familie trof is een thema in Het Boschhuis. De oorlog die maakte dat ik in het huis aan de Beetslaan in Bilthoven, ook als kind, het gevoel had dat de bezettingsjaren er nog hingen. Ze trokken een spoor door het huis. Voor 1940 was het leven op orde geweest, vol idealen en de overtuiging dat de mens in wezen “goed” is. Daarna was er verdriet en gemis en probeerde ieder van de familie op de eigen manier de draad van het leven weer op te pakken.
Het blijkt dat gezichten aan namen gekoppeld kunnen worden, dankzij de Stichting het Groene Graf die de geschiedenis van Baarn en inwoners een gezicht geeft. En nu weet ik ineens weer waarom die klassenfoto mij ook zo raakt. Omdat die mijn moeder toont in een periode dat ik van haar geen foto’s heb. Het is de enige foto van Joke ter Beek tijdens de oorlog.
In Het Boschhuis beschrijf ik wat ze, als ze met haar klas op de foto gaat, op school al van de bezetting heeft gezien. De leuzen die op een nacht in januari 1941 op de muren van de gangen waren gekalkt:
“Boven een kapstok in het Baarnsch Lyceum stond: ‘Vergeet Oranje Niet Niet!!’ naast een deur van een klaslokaal: ‘Laat u niet intimideren pleegt sabotage’, en in een hoek, de ‘R’ deels verborgen achter twee buizen: ‘Weg Hitler’.
Naar aanleiding van de reacties op de foto zocht ik nog eens naar de diegene die de leuzen aanbracht. Er is actief naar gespeurd. Toen ik Het Boschhuis schreef was de man of vrouw een grote onbekende. Nu blijkt hij gevonden. Het was Ernst Sillem. Hij zat in kamp Amersfoort, kamp Vught en werd bevrijd in het concentratiekamp Natzweiler.
En die man midden op de foto heeft inmiddels ook een naam. Knap, gedistingeerd zit hij tussen zijn leerlingen. Oud Baarnsch Lyceum leerling Ed Vermeulen mailt wie hij is. Het blijkt de aardrijkskunde leraar Lodewijk Eskes te zijn die in 1982 overleed.
Mijn moeder staat achteraan. Ze heeft niet geluisterd naar de fotograaf. Die de groep ongetwijfeld verzocht recht in de lens te kijken. Ze lacht een lachje dat ik goed ken. Met de ogen half gesloten. Het werd wel eens voor superieur versleten. In combinatie met haar houding, ze liep met een rechte rug, het hoofd geheven. Als dochter weet je wat het was. Pure verlegenheid. Toen al.
![Mijn moeder Joke ter Beek, in de tuin van het Broederschapshuis. Het gezin woonde er naast, in Het Boschhuis aan de Beetslaan. Joke toont aan gasten van het Broederschapshuis haar tamme kraai.](http://paulinebroekema.nl/woorddruk/wp-content/uploads/2014/06/Joke-met-kraai-in-tuin.jpg)
Mijn moeder Joke ter Beek, in de tuin van het Broederschapshuis. Het gezin woonde er naast, in Het Boschhuis aan de Beetslaan in Bilthoven. Joke toont aan gasten van het Broederschapshuis haar tamme kraai.