Er moet toch meer te vinden zijn.

Rudy de Wijs

Je zou toch zeggen er moet meer te vinden zijn.
Dat er gezocht wordt blijkt wel, vrijwel meteen na onze uitzending lag de site van de International Tracing Service in het Duitse Bad Arolsen een tijd plat. Zoveel kijkers die kennelijk zelf gingen zoeken.
Ik weet hoe dat voelt. Om op die site sporen van mensen in gevangenschap tegen te komen. En dan met name van Nederlanders. Dat was, denk ik, ook wat maakte dat ik door ging zoeken, ruim een week geleden, op een vrijdagavond, na het werk.

Aanleiding was een melding van Eric Hennekam op facebook die ons, zijn volgers, er op attendeerde dat ITS is begonnen met het online zetten van het reusachtige archief.
Ik ging zoeken en vond aan het einde van de avond de eigenaar van het zakboekje en een nabestaande. En sliep er vervolgens de halve nacht niet van omdat het maar bleef malen: “Jongen, met je bijgetekende snorretje, die een vrije vogel wenste te zijn en “goede boeken” wilde lezen, wat heb je allemaal moeten doorstaan?”

Tussen het materiaal van, zo te zien, Franse, Belgische, Duitse, Engelse, Duitse, Oost-Europese slachtoffers trof ik als eerste kampgeld uit Amersfoort. Die indrukwekkende foto, (hij staat ook in het verhaal op onze site) die we van het NIOD mochten gebruiken in de uitzending en op de NOS site, herinnerde ik me. Zo’n stoet verslagen, sombere, angstige mannen lopend onderweg door de straten van Amersfoort. Door het “schuldige landschap” van Armando. De huizen zijn herkenbaar. Onze cameraman Jan Wich slaagde er in om precies dezelfde uitsnede te maken zodat zijn shot, in kleur, van keurige huizen met coniferen in de voortuin, exact paste op die zwart wit foto van die gevangenen onderweg naar het kamp. Alleen staat er nu een glimmende lantaarnpaal.

Zo heeft Rudy de Wijs daar ook gelopen. Nog geen maand daarvoor had hij het leven geleid van een eenentwintigjarige. Weliswaar tijdens de bezetting, maar toch. Er was een meisje dat hij wel zag zitten. Anders dan alle andere meisjes die hij daarvoor had ontmoet. Hij dacht aan haar toen hij bij de beruchte Dienststelle van de SD in Arnhem zat. Schreef haar, in de hoop dat iemand het briefje voor hem zou posten. In de Huizen van Bewaring waren ze nog wel te vinden, “goede bewakers” die dat om niets, of tegen betaling, deden. Bij de SD kwam zoiets niet voor. Daar werd verhoord, als je geluk had, zonder geweld.

Er is op de site van ITS meer te vinden van Nederlandse gevangenen.
De anonieme bezitter van het kampgeld uit Amersfoort zal niet te traceren zijn. Dacht ik… Maar het blijkt wèl mogelijk. Hij is inmiddels getraceerd. Omwille van de privacy van zijn nabestaanden vermeld ik de naam niet. Nu te weten wie dat geld in handen heeft gehad en meenam op transport naar Neuengamme en daar moest afgeven. Het maakt indruk op me. De man van wie de biljetten waren heeft de oorlog niet overleefd.

Via die foto van de motor van Piet moeten toch nabestaanden te achterhalen zijn? En wie is dat meisje? Ik liet haar in mijn item op het Journaal al zien. Of die familie in Barendrecht? En Lea, voor wie zo’n roerend gedicht werd geschreven?

Met dank aan: Gerald t’Sas, ITS: Rebecca Boehling, Christian Groh, Frederieke Scharlau, Gemeente Ede: Peter van Beek en Elleke van de Pol, Nationaal Monument Kamp Amersfoort: Eddy van der Pluijm, Nationaal Militair Museum Soesterberg: Tristan Broos, Carla Marcus. En Eric Hennekam die zijn vrienden op facebook attendeerde op de publicatie van de documenten door ITS.