De redactie wekt me voor een vroege klus in Friesland. In de polder verschijnt het eerste ochtendlicht.
Een persconferentie in een gemeentehuis. Na afloop kan er, zoals dat in het jargon heet, “één op één” worden gegaan. Er zijn voorlichters die zo’n moment regelen met een balboekje. De rij verslaggevers langsgaan en nauwgezet noteren wie de meeste haast heeft. Hier gaat het een stuk gemoedelijker.
Mijn gesprekspartner vraagt bij het voorstellen: “Ken je mij niet meer?” Zijn naam komt me bekend voor, maar ik interviewde hem nooit. Heb tussen de bedrijven door zijn cv op mijn mobiel gelezen. Geboren in Groningen, daar opgegroeid.
Het is de sleutel. Ineens weet ik het. De school in de Mauritsstraat, bij het spoor en de veemarkt. We waren klasgenoten. Tot de vierde, toen wisselde ik van school, omdat deze te ver lopen was.
We memoreren de strenge juf uit de eerste klas. Ze verkocht je een tik met de liniaal op de palm van je hand als je in haar ogen iets had misdaan. We zijn met haar gefotografeerd. Buiten, op het plein. In mijn herinnering had ze een knot, als ik de foto bekijk zie ik dat het hoogstwaarschijnlijk klopt. Ze was ook in haar liefde voor geraniums één van de oude stempel. Als in een negentiende eeuws lokaal stonden ze op haar vensterbank. Ze vroeg ons van huis eierschalen mee te nemen. Bakkersdochter Margriet was de beste leverancier. Die eierschalen werden fijngestampt en bij het water gevoegd. Het lag aan dat mengsel, beweerde de onderwijzeres, dat haar geraniums er zo fantastisch bijstonden. En ze spaarde zegels van een wasmiddel. Castella, meen ik. Mijn moeder gebruikte het niet. Dus ook daar, vond ik zelf, stond ik op achterstand. Toen ze ons les gaf liep ze tegen haar pensioen, concludeer ik. Op de onvolprezen Beeldbank van de Groninger Archieven denk ik haar te vinden. Een aandoenlijk jong onderwijzeresje van de Christelijke School in Sauwerd . Ze zit in haar zondagse bloemetjesjurk naast de hoofdonderwijzer.
Van de juf van de derde weet ik alleen dat ze aardig was. We zaten in de derde klas toen Kennedy stierf. Ik zie ons nog staan die novemberochtend in 1963. Op het schoolplein groepten we in kinderlijke ernst samen want we begrepen dat zich in Amerika een ramp had voltrokken. Bekend als we waren met verhalen over het Russische gevaar: dit voelde koud, onwerkelijk en angstaanjagend. Tot een klasgenoot de spanning brak. Door te vertellen wat zijn vader zich bij het ontbijt had laten ontvallen. “Ze hadden Chroesjtsjov beter kunnen doodschieten.”
Een paar dagen later kijken we bij de buren naar de begrafenis. De wereld ziet John John salueren. (De maker van de beroemde foto overleed in 2012.) Mijn moeder verbergt haar tranen, maar ik zie ze toch en vind ze niet eng. Ik denk gewoon terug aan die stoere woorden op het plein van de school aan de Mauritsstraat.