En een zomercolumn was geboren

De zomercolumn maakte meteen na de uitzending veel los. Ik krijg talloze reacties. “Ik had er nooit van gehoord. Wat een prachtig gebouw.” Of: “Jammer dat ze Wim T niet noemt.” Nee, daar is zo’n minuut te kort voor. Maar wel komt hij voor in onderstaand stuk.
Ik kreeg verwijzingen naar die prachtige animatie waarin je Amsterdam ziet groeien en ook het Paleis verschijnt. (Kijk dan meteen ook even naar die van de onvoorstelbare groei enkele eeuwen eerder). Eric Hennekam stuurde affiches uit de rijke historie van Het Paleis voor Volksvlijt. Ik zocht zelf ook nog even verder en vond dit affiche:    


Nog een fraaie reactie, die van Sophia Zürcher. Zij meldt dat binnenkort een deel  wordt herbouwd. Het is een installatie van kunstenaar James Beckett. Aan de Zuid As zet hij hem neer, want: “Beckett is geïnteresseerd in de industriële ontwikkeling van Europa. Hij raakte geïntrigeerd door de architectuur van het Paleis die was geïnspireerd op het Crystal Palace in Londen. Het Paleis bestond voornamelijk uit een constructie van ijzer en glas. Deze wijze van bouwen stond aan de wieg van de zogenoemde corporate architecture, zoals nu te zien is op de Zuidas. Palace Ruin is daarom tussen zijn nakomelingen op het Gustav Mahlerplein geplaatst.”


En een zomercolumn was geboren

Op de brug, uitkijkend over de Amstel zie ik mezelf weer schaatsen.
Die steenkoude winter eind jaren tachtig. Vanaf de Weesperzijde, tussen de woonboten door, liepen we naar onze eigen ijsbaan. De Amstel lag dicht. Zal het ooit weer gebeuren?
Aan menige straat, gevel, gracht en rivier in Amsterdam zit een herinnering. De Stopera, een bouwput, de eerste vloeren waren gestort. In diezelfde èchte winter. Ik werd gebeld door de redactie voor overleg. Voelde de kou van het beton door mijn schoenzolen en versteende ter plekke. Later, de feestelijke opening. Het vermaledijde roze tapijt werd op het laatst gelegd. Enkele uren daarna was het al besmeurd met koffie en rode wijn.

Blauwdruk van Paleis voor Volksvlijt

Blauwdruk van het Paleis voor Volksvlijt

Het stadhuis, nu hotel, met die prachtige raadszaal, zoals een raadszaal hoort te zijn. In de gang zagen we de verfbommen druipend neerkomen op de ramen. Lopend over de Herengracht: dat krakersbolwerk, de Vogelstruys, juli 1980. Vanaf het dak zeilden kratten met stoeptegels neer. Levensgevaarlijk.
Ik werkte nog voor de radio. In de hectiek overkwam me wat je altijd vreesde. Het deksel van de Nagra klapte open. De tape raakte los en werd spaghetti. Ik wist de opnames te redden met achter me, dreigend en ongeduldig, de ME. De foto stond enkele jaren geleden op de folders en het affiche voor een tentoonstelling in het Stadsarchief. Kwam ik mezelf een tijdlang overal in de stad nogmaals in die benarde positie tegen.

IMG_4092

Het Centraal Station, daaronder mocht ik, geprivilegieerd vanwege mijn vak, wandelen door de enorme metrobuizen in aanbouw.
De Bijlmer, ik zal de brandende flats nooit vergeten.
Het Tuincentrum in Oost, achter een winkelkar, broodmager, een vriend. De fullblown aids weerhield hem er niet van zich hartstochtelijk vast te klampen aan het leven, maar hij wist dat hij de balkonplanten nooit in bloei zou zien staan.

Dansen bij Jansen. Drie begrafenissen in Oost.
De uitvaart van Simon Vinkenoog, eerst een ronde door het weelderige groen van het volkstuinencomplex in Noord.
Herinneringen. Allemaal associaties en herinneringen.

Ornament van het orgel van het Paleis voor Volksvlijt dat voor de brand al was afgedankt en nu in volle glorie in de Philharomie in Haarlem staat

Ornament van het orgel van het Paleis voor Volksvlijt dat voor de brand al was afgedankt en nu in volle glorie in de Philharmonie in Haarlem staat

Zo gaat dat als je met mij door Amsterdam loopt. Dus ook laatst, toen dochter en ik de Nederlandsche Bank passeerden.
“Hier om de hoek, aan het Frederiksplein, woonde papa.”
“En daar? Ik vind het trouwens een afschuwelijk gebouw…”
“Heb het nooit in het echt gezien maar daar stond Het Paleis voor Volksvlijt.”
En een zomercolumn was geboren.

Op zoek naar een locatie voor de herbouw van Het Paleis

Op zoek naar een locatie voor de herbouw van Het Paleis

Tijdens de voorbereidingen bleken velen te weten van dat glaspaleis.
Een collega gaf locaties waar het eenvoudig te herbouwen is. Het IJ koos hij als meest geschikte plek. De spiegeling van de koepel in het water. Het kon niet beter.
Mien, de enkele jaren geleden gestorven moeder van mijn vriendin Jettie Schroor. Die lieve, sprankelende oma Mien, tot op hoge leeftijd vertelde ze, helder als wat, over de smeulende en smeltende puinhopen die ze zag toen ze de ochtend na de brand langsfietste. Iedereen treurde om de verloren droom. Mientje vond het vooral zo erg voor haar ouders. Gewone, doorsnee Amsterdammers die de Schouwburg niet konden betalen en voor wie het Paleis voor Volksvlijt dè plek was om een avondje uit te gaan.

IMG_3764

Een andere vriendin mailde een prachtig fragment uit Het verlaten hotel, het veelgeprezen jeugdboek van Mirjam Elias, dat Elias baseerde op de herinneringen van haar man Ronald Sweering.
“Er staan mooie anekdotes in over het Paleis voor Volksvlijt en de galerij die overbleef na de brand, waar winkels waren en kinderen speelden. Er werd geknikkerd of gerolschaatst. De kinderen lagen vaak op hun rug vleermuizen te tellen. Vooral in de koepel hingen altijd kolonies vleermuizen ondersteboven te slapen, hun pootjes om de richel geklemd.” schrijft mijn vriendin en citeert uit het boek.

Ik vind het niet netjes het hele fragment over te nemen. Wie het wil lezen moet het boek kopen. Het is de moeite waard:

‘Zal ik vertellen over de mooiste fik van mijn leven? Op een winternacht in 1929 zag ik een rode vlammenzee boven de huizen aan de overkant. Daarachter stond vroeger het beroemde Paleis voor de Volksvlijt. (-) Het reusachtige koepeldak stak boven de huizen uit. En in dat dak woedde een enorme vuurzee. De fik was zo groot en fel dat de brandweer overal aanbelde. ‘Allemaal naar buiten, de brand kan overslaan’. Het vroor dat het kraakte. Een hele menigte vergaapte zich aan het vuur. Sommige vrouwen hadden papillotten in het haar, anderen een pyjama onder hun bontjas. Mensen in avondkleding stroomden uit de theaters en dansgelegenheden. Het Paleis voor Volksvlijt was de trots van Amsterdam.

http://www.verlatenhotel.nl/waargebeurd/nl/1/home

 

 

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren