Het visitekaartje

Lezingen geven. Ik houd er van. Het is een aangenaam onderdeel van het schrijverschap.
Inspannend, inspirerend en nooit hetzelfde.
“Hebt je het gemerkt? De zaal luisterde ademloos.” Zo’n compliment daar kun je weken op door.

Pauline Broekema is 7 september in Zeist

Bij aanvragen voor lezingen verwijs ik altijd naar de stichting die de organisatorische en administratieve kant van de zaak regelt. Tot deze week Schrijvers School Samenleving. Voortaan heet SSS anders. Het werd: De Schrijvers Centrale. Prima naam. Met een uitstekende, vernieuwde website.

Lezingen geven energie en leveren soms materiaal op.
Ik vertel zelden over het boek waar ik nu mee bezig ben. Maar laatst, in Steenwijk, deed ik dat wel. Liet me ontvallen nauwelijks iets te kunnen vinden over een onderwerp uit jaren vijftig. Na afloop kwam een oud-verpleegster naar me toe. “Ik weet meer.” zei ze. We maakten een afspraak en ze schonk me een indrukwekkende bouwsteen voor een hoofdstuk.

image(8)

Of ik ontvang onbekende informatie die verband houdt met mijn laatste boek, Het Boschhuis.
Altijd welkom, al kan ik er voor het boek zelf niets meer mee.

Soms doe ik zelf nog een ontdekking.
Laatst zocht ik in de map met de condoleances die mijn grootouders ontvingen bij de begrafenis van mijn oom Pieter ter Beek in de zomer van 1945.
In november 1944 werd Pieter door de bezetter in Veenendaal gefusilleerd.
Ik bladerde door de brieven en visitekaartjes van mensen die er niet bij konden zijn omdat ze verhinderd waren of te ver weg woonden.
Eén kaartje was mij niet eerder opgevallen. Uit de Langestraat in Alkmaar. Van het echtpaar Nordemann-Stapel.
Alkmaar, daar was Pieter in 1939 als militair gelegerd.

Wie waren die mensen? Ging hij wel eens bij ze bezoek? Waarover hadden ze het?
Ze kenden elkaar kennelijk zo goed dat mijn grootouders een rouwkaart stuurden.
En de Alkmaarders de moeite namen te condoleren.
“Pour condoler”, het PC staat er met kleine letters op het kaartje genoteerd.

IMG_8451

 

 

 

 

 

 

 

De ontdekking bracht me terug naar nieuwsjaarsdag 2015. Ik had dienst. Reed in alle vroegte naar Alkmaar. Daar woedde een hevige brand. Vermoedelijk ontstaan door vuurwerk.
Ik parkeerde mijn auto, slangen vanuit de gracht wezen de weg naar de Langestraat, waar de brandweer het vuur nog niet bedwongen had. Tenminste twee winkels waren al verloren.

Bij de brandende ruïne van een gerenommeerde herenmodezaak stond de eigenaar, omringd door familie en personeel.
Ze waren verslagen.
Ronald Nordemann vertelde in tranen dat wat zijn grootouders en ouders in bijna een eeuw hadden opgebouwd was weggevaagd.

Ook de geschiedenis van het bedrijf was hij daarmee grotendeels kwijt. Ronald woonde boven de zaak. De brand vernietigde zijn persoonlijke bezittingen, foto’s, brieven, papieren en erfstukken.

Enkele maanden later maakte ik een zomercolumn over hem. De herbouw van het pand lag stil. Uitgerekend op die plek aan de Langestraat woonde Maria Tesselschade, de schrijfster en kunstenares.  De regels schreven voor dat eerst  archeologisch onderzoek moest worden gedaan. Nordemann draaide op voor de kosten. Het is later enigszins rechtgetrokken, maar de erfenis van de brand voelt hij nog steeds.

We filmden Nordemann bij de bouwput en in zijn nieuwe winkel vlakbij de Langestraat.
En hielden contact.

 

IMG_8261IMG_8247

Dus toen ik dat kaartje zag dacht ik: zou het familie van Ronald zijn?
Een verre achterneef? Een oom en tante?
Het antwoord dat hij, vanaf zijn vakantieadres appte was kort en bondig.
“Het zijn mijn grootouders”

Dat pand dat ik op die Nieuwsjaarsdag zag branden. Mijn oom is er ooit geweest.
Heeft hij er met opa en oma Nordemann gesproken over de toestand in de wereld, over zijn toekomstplannen? Bracht een kennis ze samen? Was het een Alkmaarse predikant, de broer van Kees Boeke, vriend van mijn grootouders?
Of liep hij op een dag binnen voor een overhemd, een paar sokken en raakte aan de praat met de eigenaar?

We zullen het waarschijnlijk nooit weten, stelden Ronald en ik vast.
In november 1944 werd Het Boschhuis in Bilthoven leeggeroofd.  Alleen het archief van mijn grootvader werd door vrienden gered. Briefjes en kaarten die elders in huis lagen zijn verdwenen.

Afbeelding (34)

 

 

 

 

 

Mocht Pieter het echtpaar Nordemann hebben geschreven, dan is ook die correspondentie er niet meer.
De geschiedenis van hun vriendschap verdween.
Ik heb het zelf gezien.
Hoe die op 1 januari 2015 in rook is opgegaan.

IMG_2910

 

 

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren