Laatst kwam ik een beschrijving tegen van de slag die de Prinses Irene Brigade leverde in Hedel. En toen realiseerde ik me dat Rudy Leefsma daar bij is geweest. Ik schrijf over hem in Het uiterste der zee. Rudy Leefsma in 1926 geboren in Groningen, maakte de bevrijding van Brabant mee, kameraden sneuvelden, hijzelf kwam er zonder een schram doorheen. In brieven naar zijn ouders in New York doet de soldaat van de Prinses Irene Brigade verslag. ‘De enige keer dat ik een gevecht heb meegemaakt was in een dorpje aan een rivier. In Hedel aan de Maas. Een dorpje boven Den Bosch. De granaten vlogen om je heen. Thank God, ben ik er without a scratch afgekomen.’
Vlak voor de oorlog vluchtte Rudy met zijn ouders vanuit Nederland naar Amerika. Als hij als jonge joodse soldaat in Nederland is krijgt hij toestemming van de legerleiding een loodzware opdracht uit te voeren. Voor zijn ouders in Amerika gaat hij op zoek naar zijn familieleden. Zo achterhaalt hij wat er met zijn opa in Apeldoorn is gebeurd. Er is een foto bewaard gebleven van Rudy, geflankeerd door zijn jongere broertje en zijn zusje met zijn grootvader Heiman Leefsma.
Het blijkt dat maar weinig familieleden de oorlog hebben overleefd. Op een zomerse middag in 1945 doet Rudy zijn nichtje Mies in Appingedam verslag. Haar man is weggevoerd, gescheiden van haar dochtertje Sara kwam ze in onderduik de oorlog door:
‘Je bent ook in Apeldoorn geweest, Rudy?’ Hij knikte. Keek naar zijn nagels, rolde de mouwen van zijn overhemd naar beneden en trok zijn uniformjasje weer aan.
‘Wil je nog een sigaret Mies?’
Ze inhaleerden gelijktijdig. ‘Opa was er niet,’ zei hij, ‘Ik heb met de buren gepraat.’
De Rosariumstraat in Apeldoorn, Mies zag de straat en het buurtje voor zich. Kleine vriendelijke huizen, een hekje met gebogen spijlen. De voortuin met rozenstruiken. Ze dacht aan haar grootvader alsof ze zo dadelijk de trein kon pakken en hem over enkele uren zou zien…
(Uit: Het uiterste der zee)
Rudy hoorde in Apeldoorn van de buren over het lot van zijn grootvader Heiman Leefsma. Die woonde nog zelfstandig, toen hij zich in januari 1943 moest melden in de joodse instelling Het Apeldoornsche Bosch. Maar de oude Leefsma kon niet meer lopen en is met stoel en al door de bezetter uit zijn huis aan de Rosariumstraat gehaald en met patiënten en personeel naar Auschwitz gevoerd. Daar is hij vermoord, 88 jaar oud.
Foto: Collectie Sara Kirby-Nieweg