Enkele jaren voor haar overlijden nam ik met mijn tante – een zus van mijn vader- oude familiefoto’s door. Van sommige geportretteerden kende ze de namen nog. Die noteerde ik met potlood op de achterkant. Een van de foto’s die mij bijbleven was een opname van mijn grootouders in hun verlovingstijd. Ze lieten zich met twee bevriende stellen in Assen fotograferen. Onlangs plaatste ik de foto op facebook en opperde dat het mogelijk om een zogenaamde snelfoto ging. Fotograaf Dirk Kome reageerde. Ik had gelijk, schreef hij, het was inderdaad een snelfoto, gemaakt in een studio zoals er tientallen in het land waren.
Fotohistoricus Róman Kienjet, werkzaam bij het Rijksmuseum in Amsterdam heeft in samenwerking met Dirk Kome de snelfoto uit de vergetelheid gehaald. Onlangs verscheen Kienjet’s veelgeprezen boek ‘De snelfotograaf, Een geschiedenis van het moderne portret ’ (Walburg Pers).
In die stapel oude foto’s zocht ik laatst nogmaals. Welke familieleden hadden zich door een snelfotograaf laten vereeuwigen?
Opa en oma dus. Twee keer zelfs.
Want na die groepsfoto hebben ze nogmaals voor de lens plaatsgenomen. Zonder jas en hoofddeksel dit keer.
Ook is er een snelfoto van opa als dienstplichtige. Thomas Broekema (Sappemeer 1889- Hoogkerk 1965) oogt trouwens veel strenger dan hij in werkelijkheid was. Hij was juist een zachtmoedig mens. Hier zit hij, geflankeerd door een onbekende dienstmaat. Opa is gebruind, de foto zal in de zomer genomen zijn. Dat gebeurde bij Foto Americaine in de Wagenstraat 10 in Den Haag . De vrienden hebben er hooguit 25 cent voor neergeteld en konden er op wachten. Een andere snelfoto-studio in Den Haag adverteerde dat de ‘pasportretten’ in vijf minuten gereed waren. De zelfbenoemde ‘snelste snelfotograaf’ meldde dat dit een ‘wereldprestatie’ was.
Een bezoek aan een snelfotograaf kon voor vrouwen en kinderen riskant zijn. In de zomer en het najaar van 1912 wordt in Den Haag gewaarschuwd voor een snelfotograaf aan de Vlamingstraat. In oktober 1912 bemoeit zelfs de korpsleiding van de Haagse politie zich er mee. Onder de vette kop ‘Waarschuwing’ wordt namens de hoofdcommissaris gemeld: ‘Aangezien ondanks waarschuwingen thans wederom klachten zijn ingekomen op zedelijk gebied, heeft de Hoofdcommissaris van Politie voor genoemd perceel een post geplaatst, die de opdracht heeft, vrouwen en kinderen te waarschuwen om niet, dan onder behoorlijke geleide dat atelier binnen te gaan.’ Het bericht geeft schrijnend duidelijk aan hoe vogelvrij vrouwen en kinderen in die tijd waren. De snelfotograaf werd dus niet aangepakt, ondanks meerdere klachten.
Mijn grootmoeder Taetske Zwaantje Paulina Dantuma (Kampen 1891-Hoogkerk 1967 ) heeft in het voorjaar van 1915 de studio in de Zwanestraat in Groningen bezocht. Blijkens een notitie achterop het portretje. De ingetogen hoed die ze draagt doet vermoeden dat ze in Assen een geleend hoofddeksel droeg. De opzichtige hoeden werden waarschijnlijk door de fotograaf verstrekt om de foto meer cachet te geven. Dit is een hoed die ik van haar ken.
De blonde, bebrilde jongeman in donker kostuum, in de studio van de firma G. Blote in Sappemeer moet helaas naamloos blijven. Is hij een onderwijzer? Een jonge predikant? We kennen zijn naam niet. Dat geldt ook voor dat jongetje, met kuitbroek. Blijkens de stempel achterop ging hij in de Zwanestraat in Groningen op de foto. Met een blos op de wangen. Het was kennelijk zo’n bijzonder moment dat hij het er warm van kreeg.
In de Zwanestraat meldden zich ook onderstaande personen. Wie het zijn kan ik helaas niet meer achterhalen. Met uitzondering van de diender in zijn dubbel geknoopte uniform. Toen ik bezig was met dit verhaal en de stamboom van mijn opa nog eens doornam, ontdekte ik tot mijn verrassing dat een broer van Thomas bij de politie zat. Toen ineens kon ik het uniform met die glimmende cijfers op de kraag plaatsen. Hier volgen eerst de naamlozen. De wat zelfgenoegzame heer met snor en strohoedje. De dame met het kind in dat schitterend geplooide jurkje. De jonge vrouw met argwanende blik in een leunstoel met achter zich de jongen met het boord om de jongens-nek. .
De man in het politieuniform met het getal 103 op de kraag ging langs bij ‘American Automatic Photo Cy’ in de Guldenstraat in ‘Stad’. Hij is dus vrijwel zeker Derk, de broer van mijn opa.
En tenslotte mijn overgrootmoeder. In 1911 door een onbekende snelfotograaf vereeuwigd. Ze bevalt me wel met haar nieuwsgierige, ondernemende blik en de hoed met die overdaad aan veren.
Foto’s: Collectie Pauline Broekema